welke medewerker in een andere functie zou je wel eens een dagje willen ruilen?
“Ik heb veel bewondering voor de mensen van patiëntenvervoer die de patiënten naar hun onderzoeken, ingrepen en consultaties brengen. Ik
mocht zelf al eens ervaren hoe fijn het kan zijn als zij de dag opvrolijken met een praatje of een grap. Tegelijk bieden ze ook een luisterend oor in die spannende momenten voor patiënten en familieleden.”
Welke gebeurtenis op het werk zal je je op 95e verjaardag nog herinneren?
“Een van de meest memorabele gebeurtenissen was toen ik werd uitgenodigd als spreker op een nachtcongres voor verpleegkundigen, specifiek georganiseerd in de nachtelijke uurtjes. Dat mijn dienst voldoende vertrouwen in mij had, ook al werkte ik nog niet zo lang op de
afdeling, was een heel fijn gevoel. Ik ben van nature een nachtraaf en hou van de nacht. Het was dus een spectaculaire ervaring om zo midden
in de nacht in het grote Kursaal van Oostende te mogen spreken over slaap voor een groep verpleegkundigen die daar in gezellige dekentjes
gewikkeld zaten.”
Je verhuist naar een onbewoond eiland. Welk album/boek of welke film/serie neem je mee?
“Als mama van twee jonge kinderen klinkt het fijn om even op een onbewoond eiland te zijn: genieten van de rust, luisteren naar de zee en
kijken naar de golven. Ik zou heel blij zijn mocht ik muziek van Buena Vista Social Club kunnen opzetten. Daar heb ik mooie herinneringen
aan en word ik vrolijk van. En als boek zou ik de kortverhalen voor volwassenen van Roald Dahl meenemen!.”
Je bent onsterfelijk. Op welke leeftijd zou je stoppen met ouder worden (en waarom)?
“Eigenlijk wil ik helemaal niet onsterfelijk zijn. Het is juist onze sterfelijkheid en de eindigheid van het leven die een uitnodiging zijn
om keuzes te maken en te gaan voor zaken die je waardevol vindt. Onsterfelijkheid zou me misschien zelfs een beetje stuurloos maken.
En als ik dan toch onsterfelijk zou zijn, wil ik niet zelf beslissen en ook niet weten wanneer ik zou stoppen met ouder worden. Zo zou ik elke
dag blijven kiezen voor dingen alsof het leven wel eindig was …”