Operationeel directeur Nancy Vansteenkiste licht toe: “Wat zich al langer aankondigde, werd pas echt duidelijk na de coronacrisis. De instroom aan verpleegkundigen volgt de uitstroom niet en veel vacatures raken niet ingevuld. Her en der moesten we bedden sluiten en de geplande activiteit terugschroeven naar 75 procent.”
“Dat is uiteraard niet goed voor de patiënten, maar ook niet voor onze teams. Elke verpleegkundige is zo cruciaal en waardevol. Om hen zo goed mogelijk in te zetten, moesten we de moed hebben om het beddenplan te herbekijken.”
Simulatiemodel
Uitgangspunt was de bedbezetting in 2019 en 2022, dus zonder de coronajaren. Die cijfers goot de MIR in een simulatiemodel. Met die tool konden de verpleegkundig managers, hoofdverpleegkundigen en diensthoofden zelf simuleren hoe de nood van hun afdeling zou kunnen opgevangen worden.
“Grotere eenheden kunnen meer patiënten aan en zijn minder kwetsbaar voor personeelsuitval.”
Nancy Vansteenkiste: “Een belangrijke kanttekening daarbij was dat we op termijn naar grotere eenheden gaan. Die kunnen meer patiënten aan en zijn minder kwetsbaar voor personeelsuitval. Dat is voorzien in de komende bouwprojecten.”
Nieuwe verblijfsvormen
Eenmaal alle input bottom-up verzameld, werd de volledige puzzel gelegd. Cruciale stukken daarin: een groot eennachtsverblijf, een patiëntenlounge en rug-aan-rugafdelingen.
Nancy Vansteenkiste: “Alle eennachtsverblijven zullen plaatsvinden in een nieuw eennachtsverblijf met 56 bedden, vlakbij het OKA en het IRCC. Een andere nieuwe locatie, die we voorlopig de patiëntenlounge noemen, brengt een aantal patiëntengroepen samen: mensen die voorbereid worden op een operatie of een procedure in het IRCC en mensen die terugkeren van een ambulante ingreep in het OKA. De ambitie is om deze twee verblijfsvormen tegen de zomer op te starten.”
Cruciale stukken in het plan: een groot eennachtsverblijf, een patiëntenlounge en rug-aan-rugafdelingen
“Verder creëren we rug-aan-rugafdelingen met meer eenpersoonskamers. Daar is om allerlei redenen vaker nood aan, zoals isolatie vanwege een infectie. Nu hebben de afdelingen amper privékamers, wat ook gesloten bedden met zich meebrengt. Die infrastructurele aanpassingen zullen in een volgende fase gerealiseerd worden.”
Ondersteunende pilootprojecten
Naast de verhuisbewegingen zijn er een aantal projecten die het nieuwe beddenplan mee moeten doen slagen.
“Zo werken we aan de optimalisatie van het zaalbeleid”, vertelt Nancy Vansteenkiste. “Dat wil zeggen: patiënten vóór 11 uur ontslaan, maar ook zo vroeg mogelijk zicht krijgen op het ontslagmoment. Op een aantal afdelingen wordt nu een daily scrum uitgetest. Elke dag steken de supervisor, de hoofdverpleegkundige en de ASO’s kort de koppen bij elkaar om de patiënten te overlopen, op korte termijn beslissingen te nemen en die terug te koppelen naar de patiënt.”
Staat nog in de steigers: overbodige opnames vermijden door een intense samenwerking met de eerstelijnszorg en de Plexus-ziekenhuizen, en patiëntenstromen voorspellen op basis van beschikbare datagegevens.
Een andere werkplek
Enkele eenheden sluiten en nieuwe verblijfsvormen komen erbij. Heel wat medewerkers zien hun werkplek dus veranderen.
“Net door de veranderingen hopen we ook meer nieuwe mensen aan te trekken.”
Nancy Vansteenkiste: “De zorgverleners worden daarover bevraagd en we houden maximaal rekening met hun voorkeur. Meestal komt er snel een goede match uit de bus. Sommigen zien het als een kans om eens iets anders te doen. Net door de veranderingen hopen we ook meer nieuwe mensen aan te trekken, omdat we ambulante functies makkelijker kunnen invullen.”
Naast zorgverleners zijn er nog heel wat andere medewerkers betrokken bij dit verhaal, van de technische dienst tot administratieve functies. “Het is een heel grote uitdaging”, besluit Nancy Vansteenkiste. “Goed communiceren en elke medewerker up-to-date houden, daar gaan we ons uiterste best voor doen.”