An Bueken, hoofdverpleegkundige spoedgevallendienst: “Een oproep naar REA 1000 gaat bijna altijd over een persoon die in acuut levensgevaar is. Een efficiënte interventie is cruciaal voor een goede afloop. We hebben ongeveer 300 incidenten per jaar: bijna elke dag is er dus een incident en moet de interne MUG-ploeg uitrukken. Het gaat vaak om patiënten die moeten gereanimeerd worden, maar ook medewerkers of bezoekers kunnen hulp nodig hebben.”
Duidelijke routes nodig
An: “We streven ernaar om bij een medische noodoproep in minder dan 5 minuten met een team ter plekke te zijn en dat overal in het ziekenhuis. Maar de afgelopen jaren werd het alsmaar complexer om de weg naar het medisch noodgeval te vinden.”
“Door de vele verhuizingen veranderden heel wat afdelingen van locatie, maar de eenheidsnummers bleven dezelfde. Dat leidde tot onduidelijkheid. Soms worden gangen afgesloten door werkzaamheden, waardoor een interventie vertraging kan oplopen. En door de uitbreiding van het ziekenhuis wordt de afstand tussen de spoedgevallendienst en de locaties alsmaar groter. Ook daarom was het nodig om de reanimatieroutes grondig te herbekijken.”
Parallel systeem
Jef Vanderoost, clinical support manager urgentiegeneeskunde: “De reanimatieroutes of REA-routes volgen niet de gewone bewegwijzering in het ziekenhuis. Die vertrekt namelijk vanuit het oogpunt van de patiënt. Bij de nieuwe aanpak hebben de REA-routes een vast pakket van oriëntatiepunten die niet snel zullen wijzigen. Aan die ijkpunten is een REA-lift gekoppeld om zo op elk niveau en bij elke afdeling te geraken.”
Ondersteuning van de afdeling
An: “Een REA-route loopt zo lang mogelijk op het niveau van de spoedgevallendienst, zodat er zeker geen vertragingen zijn door extra liften of trappen. Het is belangrijk dat het interventieteam aan de REA-lift op de afdeling wordt opgewacht door een medewerker die hen naar de precieze plaats kan brengen.”
Praktisch
Op de andere campussen wijzigt er niets aan de REA-aanpak. Het plaatselijke reanimatieteam beantwoordt de 1000-oproep en kan assistentie inroepen van de MUG vanuit campus Gasthuisberg.
Het logistiek platform valt buiten de REA-routes en wordt met de ambulance via de weg bediend.
2/ Geef het correcte adres van het incident door. Geef de volledige adresgegevens (niet enkel het eenheidsnummer). Het adres bestaat uit: kleur, pijl en verdieping OF straat, poort en verdieping.
3/ Wacht de interventieploeg op aan de REA-lift van je afdeling. Weet waar de REA-lift op je afdeling of dienst zich bevindt. Zo kun je het interne interventieteam daar opwachten en naar de precieze plaats brengen. Je herkent een REA-lift aan de kleine zwart-witte sticker met het woord ‘REA’ op. Het nummer van de REA-lift staat enkel op niveau 0 aangeduid.
Meer informatie vind je op intranet/rea-lift.